maandag 11 februari 2013

Neurowetenschap vervalt tot slordige breinporno


pagina 6 - 7 Publicatie in International Herald Tribune (Alissa Quart)
Dit najaar is door wetenschapsschrijvers de draak gestoken met een zoveelste voorbeeld van gebrekkige neurowetenschap. Boosdoener is ditmaal Naomi Wolf – haar nieuwe boek Vagina is alom afgekraakt omdat het een verkeerde voorstelling geeft van de hersenen en van neurotransmitters als dopamine en oxytocine.
Eerder dit jaar wekte Chris Mooney eenzelfde ergernis met het boek The Republican Brain, waarin wordt gesteld dat Republikeinen genetisch anders – en naar veel lezers concludeerden: minder – zijn dan Democraten. „Als Mooney’s stelling u bekend voorkomt, dan is dat terecht”, hoonden twee wetenschapsschrijvers. „Dit heet eugenetica, en die berustte op de overtuiging dat sommige mensen genetisch minderwaardig zijn.”
Harde afkeurende woorden van wetenschapsschrijvers zijn maar het topje van de ijsberg: de huidige populaire neurowetenschap die voor een massapubliek veel aan subtiliteit heeft moeten inleveren, ligt nog veel sterker onder vuur.
Ziehier de ‘neurotwijfelaar’. Die houdt misschien wel van de neurowetenschap, maar niet van de verbastering ervan in gladde en soms slecht geïnformeerde populariseringen. Een overvloed aan energieke en vermakelijke, veelal anonieme bloggers over neurowetenschap – waaronder Neurocritic, Neuroskeptic, Neurobonkers en Mind Hacks – wijst nu regelmatig op de gebreken en dwaasheden in het reguliere neurowetenschappelijke debat. Deze groep haalde bijvoorbeeld uit naar een recent artikel in Newsweek, waarin een neurochirurg beweerde ontdekt te hebben dat „de hemel echt is” nadat zijn hersenschors „was afgesloten”. Dergelijke journalistiek is volgens deze critici „onwaardig”, niets meer dan „populaire simplificering”. De kritische lezing over gebrekkige neurowetenschap van neuropsycholoog Dorothy Bishop uit Oxford was afgelopen zomer een online sensatie.
Als journalist en cultuurcriticus ben ik verheugd over het verzet tegen de breinporno, zoals het wel genoemd wordt, omdat daarbij belangrijke vragen rijzen over dit reductionistische, slordige denken en onze bereidheid schijnbaar neurowetenschappelijke verklaringen te accepteren voor – nou ja, voor bijna alles.
Stemt u Republikeins? Oh, dat is uw hersenchemie. Hebt u succes in uw werk? Toevallige neurochemie! De neurowetenschap heeft zich gevoegd bij andere totaliserende wereldbeelden – marxisme, Freudianisme, kritische theorie – die ten prooi zijn gevallen aan overmatig en verkeerd gebruik.
Een team van Britse wetenschappers heeft onlangs een analyse gemaakt van bijna 3.000 neurowetenschappelijke artikelen in de Britse pers tussen 2000 en 2010 en vastgesteld dat de media de uitkomsten van wetenschappelijke studies regelmatig vervormen en verfraaien. De onderzoekers kwamen in het tijdschrift Neuron tot de conclusie dat „logisch irrelevante neurowetenschappelijke informatie een betoog een gezaghebbende, wetenschappelijke geloofwaardigheid schenkt”.
Tot de neurotwijfelaars behoren ook geesteswetenschappers die vraagtekens zetten bij de manier waarop de neurowetenschap in hun disciplines is doorgesijpeld en verschijnselen heeft veroorzaakt als de ‘neurowet’, waarmee tekenen van hersenbeschadiging deels als grondslag dienen voor de juridische verdediging van mensen die van gruwelijke misdaden worden beschuldigd, of de ‘neuroesthetiek’, een trendy mix van kunstgeschiedenis en neurowetenschap.
Het is niet zo moeilijk te begrijpen waarom de neurowetenschap zo aanspreekt. Iedereen zoekt een snelle weg naar de verlichting. Het is geruststellend te denken dat hersenbeelden en machinale analyse de fundamentele waarheid over ons brein en zijn inhoud aan het licht zullen brengen. Maar zoals de neurotwijfelaars duidelijk maken, vragen we misschien wel te veel van de neurowetenschap door te verwachten dat ze alles voor eens en altijd zal verklaren. Maar het is moeilijk voorstelbaar dat een functionele MRI of chemische kaart ooit The Golden Bowl of de hemel verklaart. Of ons vertelt wat vrouwen werkelijk willen.